Haaksteek Vasten

Artikel 1 van 4

Hoe haak je vasten?

Vasten is een basissteek van haken. Een vaste is een steek die je veel gebruikt dekentjes, manden en knuffels. Het is een dichte steek en daarom goed te gebruiken om knuffels van te haken, stevige woonmanden te haken en stevige doekjes.

Om vasten te haken heb je meestal een opzetketting nodig. Je haakt een aantal lossen.

Stap 1: Voor het haken van de eerste vaste steek je de haaknaald in de tweede losse vanaf de haaknaald.
Stap 2: sla de draad om de haaknaald. Haal de draad door de losse en je hebt nu twee steken op je haaknaald.
Stap 3: Sla de draad om de haaknaald en haal de draad nu door beide lussen op de haaknaald. Je hebt nu één lus op de haaknaald en één vaste gehaakt.
Stap 4: Herhaal stap 1, 2 en 3. Je steekt steeds in de losse links van de vorige vaste. Je werkt van rechts naar links. Je haakt 10 vasten totaal.
Stap 5: Aan het eind keer je het werk. Maar eerst haak je een losse en dan keren.  Het werk valt opnieuw aan de linkerkant.
Stap 6: om een oefenlapje te haken ga je in rijen haken. 1 rij is 1 toer. Je hebt 1 toer gehaakt. Nu ga je de tweede toer haken.
Stap 7: Het is de bedoeling dat je steeds 10 vasten haaktzodat het werk recht blijft. Kom je steken te kort dan kom je niet uit met een patroon. Blijf in het begin altijd tellen. Je hebt al 1 losse gehaakt dit is de hoogte van je werk. Haak nu een vaste in de volgende steek. Je steekt de haaknaald onder de twee lussen van de vaste, van de vorige toer. LET OP! Bij de eerste toer steek je in de losse. Bij de tweede en volgende onder de twee lussen.

© 2015 - 2024 Creastudio Juf Wolle | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel